De Democratische presidentskandidaat Elizabeth Warren heeft vorige week expliciet beloofd geen grote fundraising-evenementen te houden als zij door haar partij wordt genomineerd om het op te nemen tegen Donald Trump.
Warren, die razend populair is bij Democratische kiezers, wil niet dat de democratie gekocht kan worden door rijk en machtig Amerika. Maar daarmee zou ze Trump de overwinning bij de presidentsverkiezingen van volgend jaar weleens in de schoot kunnen werpen.
Volgens Rufus Gifford, voormalig campagnestrateeg van Barack Obama, is het “onvoorstelbaar dom” om geen grote evenementen te organiseren om campagnegelden binnen te halen en kan de Democratische partij daar “failliet” aan gaan. Hij vindt dat Warren niet roomser moet zijn dan de paus bij het financieren van haar campagne, maar pragmatisch.
Gifford erkent in een stuk voor Business Insider US dat Warren door deze in linkse kringen populaire belofte weliswaar een nog grotere kans maakt de Democratische voorverkiezingen te winnen, maar dat het veroveren van het Witte Huis er een stuk lastiger door wordt.
Warren zei vorige week in een interview met CBS News dat grote fundraising-evenementen haaks staan op de centrale boodschap van haar campagne dat het economische en politieke systeem zich tegen gewone mensen keert. “Of je denkt dat democratie en het kiezen van een president draait om achter gesloten deuren met stinkend rijke mensen, bestuurders van grote bedrijven en lobbyisten zoveel mogelijk geld op te halen. Of je denkt dat het van het volk komt. Laten we dit vanaf de basis opbouwen.”
Op Twitter zet ze haar boodschap kracht bij door te stellen dat democratie van iedereen is en niet alleen van mensen die rijk en machtig zijn:
Our democracy shouldn’t be bought and paid for by the wealthy and powerful. It belongs to all of us. Getting big money out of politics is a critical part of fighting corruption and making the big, structural change that we need.
— Elizabeth Warren (@ewarren) October 15, 2019
Columnist Robert Creamer van de USA Today snapt haar principes en strategie heel goed en wijst erop dat veel kiezers ook willen dat het hele economische systeem op de schop gaat, waarin de rijken het voor het zeggen hebben. Veel kiezers liepen in 2016 juist over van de Democraten naar Trump, omdat Hillary Clinton symbool stond voor de economische status quo en Trump voor het opschudden van het systeem. Warren begrijpt volgens Creamer goed dat er nu een populistische economische boodschap nodig is om twijfelende kiezers te trekken.
Maar voormalig Democratische campagnestrateeg Gifford wijst erop dat Trump al ver is met het opbouwen van een goed georganiseerde, goed gefinancierde campagnemachine voor 2020, terwijl Warren ‘big money’ links wil laten liggen. “In 2016 onderschatte iedereen Trump. En ik ben doodsbenauwd dat de Democraten hem opnieuw aan het onderschatten zijn.” Warren zou er wat hem betreft alles aan moeten doen om ook háár campagne en die van haar hele partij met zoveel mogelijk geld te kunnen voeren.
“We moeten geen mes meenemen naar een vuurgevecht”, schrijft Gifford. “We moeten simpelweg niet wakker worden op 4 november 2020 en zeggen dat we er niet alles aan hebben gedaan wat we konden.”